Welkom!

Dit is de website van Kees Blokland. Kijk rond en geef een reactie.

Welcome,
This is the website of Kees Blokland. Have a look around and give a reaction.

essay 2 over water lopen

Over water lopen

Op zondag fiets ik, als ik in Amsterdam ben, graag over het Museumplein, onder het Rijks, langs de Spiegelgracht naar het Singel, naar de doopsgezinde schuilkerk. Achter een grachtenpand, door een besloten gang, bereik ik dan een grote, sober ingerichte kerkzaal. Door hoge ramen valt ruim licht naar binnen, een fraai ingebouwd orgel onthaalt me op klanken, die me uit mijn vroege jeugd vertrouwd klinken. De zaal vult zich stilaan met  bekende en onbekende mensen, dan begint de dienst in een eenvoudige liturgische vorm. Ik doe mee, ik luister, ik zing, ik zeg het onze vader mee op, ik overdenk de week, ik voel me op mijn plaats en ik twijfel.

Natuurlijk twijfel ik, en ik ben niet de enige. Steeds minder mensen geloven, de deelname aan kerkelijke activiteiten loopt sterk terug in Nederland, in het maatschappelijk debat speelt de kerk vrijwel geen rol meer en de theologen hoor je bijna niet meer. De letterlijke teksten uit de bijbel bevatten vaak achterhaalde verklaringen voor natuurverschijnselen, onwaarschijnlijke wonderverhalen, merkwaardige opsommingen van afstammingslijnen en ook wrede oorlogsverhalen met “foute” inzet. Natuurlijk weten moderne dominees die verhalen contextueel te relativeren, en via associaties en narratieve interpretaties zodanig te draaien of om te keren dat er nog iets zinvols uit af te leiden zou kunnen zijn, maar ik twijfel.

Tegelijkertijd is de waarde en het belang van mijn ( manier van) geloven zo groot, zo fundamenteel in mijn verlangen verankerd dat ik er graag continuiteit aan wil geven. Als in de bijbel gesproken wordt over Jezus, die over water loopt, dan kan ik dat alleen als metafoor opvatten. Op mijn fietstocht op de heenreis langs de grachten zie ik rondvaartboten door het water snijden en de gedachte om daar op te lopen is absurd. De wortels van het christelijk geloof liggen in een ver verleden, zijn gestold in de boeken van het oude en nieuwe testament, en in de kerktradities van generatie op generatie doorgegeven, aangepast en qua vorm vernieuwd. De vraag die mij bezighoudt : is het mogelijk om een vorm van geworteldheid vast te houden, en tegelijkertijd de ongerijmdheden, de inconsistenties en de dogmatische verstarringen af te wijzen?

Het denken over God is een ankerpunt in de vaststelling van wat iemand gelooft. Het spreken over God staat in het recente christelijke discours open voor een steeds groeiend en soms ook krimpend inzicht. Postmoderne christenen hebben verschillende godsbeelden en ik stel voor om daarbij niet naar 1 definitie in het spreken over God te streven. Er zijn m.i. vele manieren om God te verstaan, te denken, te bespreken, maar wie of wat God is laat zich niet zomaar vast zetten in woorden of beelden. In mijn beleving ervaar ik soms, en dat is echt niet vaker dan “af en toe”,  iets dat het hier en nu overstijgt, iets van transcendentie : in het moment een inspiratie, een gevoel van zingeving “dit doet er echt toe”. Dan lijkt het of je wordt aangeraakt door iets of iemand, dat je wordt opgetild boven het aardse, dat je iets herkent, wat jou tot dan toe onbekend was. Deze transcendente ervaring heeft waarschijnlijk een verband met de eeuwenoude zoektocht naar zin en oorzaak, zoals die uit de mond der profeten is opgetekend. Op de vraag “geloof jij in God” is derhalve naar mijn mening geen zinvol antwoord te geven in termen van ja of nee.

Het goddelijke is steeds verrassend aanwezig tussen ons, om ons heen of ons vooruit. Wel veronderstel ik dat ik Gods aanwezigheid kan herkennen in de mens Jezus. In de verhalen over hem zie ik iemand die een passie had voor gerechtigheid voor alle mensen, die de liefde voor de ander in het centrum van het universum plaatste. Zo is hij een “spiegel van God “. De dichter J.W. Schulte Nordholt wist dit met zijn poezie veel dichter te benaderen dan met ( mijn)  proza mogelijk is :

Denkend over God en mij

 

Als ik God zeg dan bedoel ik niet
al de bomen met hun hoofd omhoog,
en de zon niet met zijn gouden oog,
en de hemel niet en het verschiet,

en niet binnenin het warm gevoel
als ik aan de grens des levens sta,
en het duister niet waarin ik ga.
God ik weet het niet wat ik bedoel.

Ik bedoel, want eindeloos probeer
ik te zeggen wat ik zeggen wil,
ik bedoel een licht dat niet bestaat,

ik bedoel een goddelijk gelaat
dat onzichtbaar is, de stem zo stil
dat ik hem niet hoor als ik hem eer.

Ik twijfel dus als ik naar de letterlijke teksten uit de bijbellezing luister, als ik een stellig lied meezing, als ik in de preek de dominee op zijn kop zie staan om een onwaarschijnlijk wonderverhaal nog een zinvolle draai te geven etc. etc. Maar ik doe mee als er gezocht wordt naar diepere betekenis, als er geluisterd wordt naar inspirerende verhalen,  als er gemediteerd wordt in een stil gebed.

Als we zeggen dat we in de christelijke traditie staan realiseren we ons tegelijkertijd dat geloofsbeleving en –vorm aan verandering onderhevig is. Daarom telt de eigen beleving, de eigen vorm, terwijl er toch een verbinding is met de generaties voor ons. Dit kan tot uitdrukking komen in de toetreding tot een geloofsgemeenschap op grond van een zelf geschreven belijdenis, die in volledige persoonlijke vrijheid wordt geformuleerd. En bij de doopsgezinden gecombineerd wordt met de volwassenendoop. Het kan ook tot uitdrukking komen in de manier waarop met hart, hoofd en handen praktisch invulling wordt gegeven in het dagelijkse leven. Geloven met het hart gaat over de ervaring van de spirituele verbinding van de mens met God, het hogere : het openstellen van jezelf voor wat de mens overstijgt, het transcendente, wellicht ook het mysterie. Het is verbonden met de ervaring van het centrale begrip liefde ( het belangrijkste gebod), met vertrouwen, met hoop en met vrede met onszelf, de naaste en de vreemde. Geloven met het hoofd komt tot uitdrukking in de persoonlijke belijdenis, kritische reflectie, luisteren( ook naar de preek : ) ), verbinding te zoeken met de rationele wereld waar we deel van uitmaken. Geloven met de handen is een levenshouding waaruit voortvloeit dat we in de wereld een actieve bijdrage geven aan goede doelen, aan hulp van onze medemensen, en door in woord en daad vrede te “doen”, zowel op micro- , op meso- als op macro-niveau.

Op het doopsgezind seminarie, verbonden aan de Vrije Universiteit, zijn wij, docenten en curatoren,  met deze materie dagelijks aan het worstelen. Daarbij hebben we 4 prioriteiten gekozen :

Verleden : studie van onze geloofswortels door de eeuwen heen, wat leren we van onze voorouders

Vrede : hoe ziet het christelijk vredesgetuigenis eruit, hoe dragen we aan vrede bij

Vrijheid : welke ontwikkelingen zien we in de vrije ontwikkeling van geloof, wat is de verbinding met de filosofie

Vakmanschap : welke competenties heeft de moderne predikant nodig in een seculiere wereld

De tijd dat  seminarie of universiteit vanuit de ivoren toren waarheid en wijsheid over predikanten, gelovigen en de wereld uitstortte ligt ver achter ons. Onze theologen staan midden in een veranderende maatschappij en zien dagelijks dat het geloofsmodel ( in universitaire terminologie : het paradigma) anders is of moet. Ik mag daar aan bijdragen, vanuit mijn twijfel, en vanuit mijn diepgewortelde overtuiging dat ik in mijn vrijzinnige geloof verbonden ben met een lange traditie.

 

Na de kerkdienst neem ik meestal een andere route terug naar huis, langs Leidsegracht, over het Leidseplein en door het Vondelpark. Over het water in de gracht wordt nog steeds niet gelopen, bij het Leidsebosje verkeert in de boom een beeldje van een man die de tak doorzaagt waarop hij staat, en in het park staat prominent Vondel die ooit het gedicht “Credo” schreef, dat als volgt eindigt  :

“Dit is ’t Apostelijk geloof

dat niemand ons hiervan beroof”

 

Laat een reactie achter